Skip to content
Veiligheid

Als fietsers zijn we deelnemers aan het verkeer. Fietsen in een groep brengt altijd een zeker risico met zich mee. Iedere fietser in de groep is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag op de weg en voor de staat van onderhoud van zijn/haar fiets. Verder zijn er enkele spelregels die een fietsgroep als geheel en de individuele clubleden binnen de groep in acht dienen te nemen.

  • Alle deelnemers aan gezamenlijke tochten hebben een helmplicht.
  • Tijdens de rit volgen we instructies van de toerleider (die de route / snelheid aangeeft) en de wegkapitein (die de snelheid, veiligheid en wissels bewaakt).
  • We houden ons aan verkeersregels.
  • Binnen de bebouwde kom wordt niet harder gefietst dan 25 km/u.
  • In een groep fietsen maximaal 14 leden. Bij meer dan 14 deelnemers wordt de groep gesplitst in 2 of meer fietsgroepen. Deze groepen fietsen met een onderlinge afstand van minimaal 100 m.
  • Instructies en aanwijzingen m.b.t. route en verkeer worden van voor naar achter of van achter naar voor doorgegeven.
  • Als aanwijzing voor de routes gelden instructies: links, rechts, oversteken, smal (waarbij de groep compacter gaat rijden doordat de fietser aan de linkerkant iets inhoudt en half tussen twee rechterfietsers komt te rijden), achter elkaar (waarbij geritst wordt zodat de deelnemers achter elkaar fietsen en ruimte laten voor het overige verkeer).
  • Wanneer lek of pech wordt geroepen zoekt de groep zo snel mogelijk een veilige plek en blijft daar wachten tot het euvel is verholpen (uiteraard helpen we elkaar bij om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk weer verder kunnen fietsen).
  • 
Bij tegemoet komend verkeer wordt tegen geroepen, bij verkeersdeelnemers die we voorbij gaan roepen we voor. Wanneer een verkeersdeelnemer ons wil inhalen wordt er achter geroepen.
  • Na een scherpe bocht, een afslag, het oversteken, het ritsen wordt er vooraan in een rustiger tempo doorgefietst. Pas wanneer de groep compleet is wordt er weer snelheid gemaakt.
  • In de groep fiets je met je handen bij de remmen en niet midden op het stuur.
  • Ook wordt in een groep geen gebruik gemaakt van een ligstuur.
  • De wegkapitein probeert zoveel mogelijk gebruik te maken van een fluit. Een kort fluitsignaal betekent een wissel, een lang signaal betekent dat de groep gaat stoppen op een veilige plek (waar we het overige verkeer niet hinderen)

Wanneer iedereen zich aan deze regels houdt, kunnen we ons motto “samen uit, samen thuis” ook daadwerkelijk realiseren.